Intervisie in vijf stappen

Deze simpele intervisiemethode maakt het mogelijk om binnen een tijdsbestek van ongeveer een half uur een persoon die in een lastige situatie zit, te adviseren. De methodiek wijkt bewust op een aantal punten af van onze natuurlijke neigingen als we geconfronteerd worden met mensen die een probleem aan ons voorleggen

Natuurlijke neiging deze methode

Meteen oplossingen aandragen Eerst vragen stellen
Herkennen en interpreteren (dat heb ik ook…) Bij (de taal van) de ander blijven
(Door elkaar heen) praten Luisteren, observeren

Omdat deze natuurlijke neigingen vaak nogal hardnekkig zijn, is de intervisiemethode redelijk strak gereglementeerd. Uitgangspunten bij de start zijn:
- Ieder neemt zich een situatie voor de geest waarmee hij worstelt, geworsteld heeft, het lastig heeft (gehad) en/of problemen heeft ondervonden en waar hij nog niet uit is of nog met verwarring op terugkijkt.
- Elk persoon ‘krijgt’ een half uur voor zijn situatie;
- De begeleider bewaakt de stappen (tijden zijn richtlijnen);
- Alles wat gezegd wordt is en blijft vertrouwelijk.

Stap 1: het verhaal (3-5 minuten)
De verteller vertelt zijn situatie en neemt daarbij alles mee wat hij denkt dat relevant is voor de anderen om te weten. Hij eindigt met: ‘mijn vraag aan jullie is…..’ De anderen onderbreken hem niet.

Stap 2: vragen stellen (5 minuten)
De anderen vuren nu één voor één vragen op hem af. Alle vragen zijn goed, juist de gekke vragen! De verteller schrijft ze op. Hij reageert niet. Als de stroom vragen ophoudt wordt de stap afgesloten.

Stap 3: de antwoorden (5 minuten)
De verteller beantwoordt één voor één de vragen. De anderen onderbreken hem niet (tip voor de anderen: schrijf zo min mogelijk op en concentreer je op het luisteren en kijken naar de verteller).

Stap 4: het roddelen (5 minuten)
De anderen gaan nu analyseren alsof de verteller er niet bij is, over:
- wat zij denken dat het echte probleem is
- wat hun advies is aan de verteller

Aandachtspunten:

- wees respectvol maar ook niet te voorzichtig
- neem in de analyse ook zijn taalgebruik, woordkeus, nonverbale communicatie mee
- let met name op tegenstrijdigheden in het verhaal: bijvoorbeeld tussen zijn woorden (over toen) en zijn houding (nu), wat hij wel en niet zegt
De verteller luistert .

Stap 5: de oogst (2 minuten)
De verteller vertelt welke inzichten hij meeneemt uit de intervisie en wat hij gaat doen.