avg - inzetbaarheid - wetgeving

De AVG 1 jaar, gefeliciteerd!

Je kunt ook blij zijn met de AVG

Door Herman Evers - 25 mei 2019

Het is precies een jaar geleden dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) officieel van kracht werd. Dat ging gepaard met veel commotie, want veel organisaties hadden zich er niet voldoende op voorbereid.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) werd als boeman gezien die nu ook grote financiële boetes kon gaan uitdelen. Ook in het wereldje van arbo en verzuim veroorzaakte de AVG hevige jeuk, pijnlijke likdoorns en chronische hoofdpijn. In veel organisaties was het niet anders, want in 2018 gingen er plots overal alarmbellen af en was er veel aandacht voor het onderwerp privacy. Ze lazen van alles over de AVG en spraken erover met ‘deskundigen’.

Wat daarbij opviel is dat veel auteurs met een reactie op de beleidsregels van de AP geen werknemer zijn die door ziekte verzuimen. Nee, ze verdienen hun geld met de begeleiding en ondersteuning van verzuimende werknemers. Het zijn arbeidsdeskundigen, directeuren van arbodiensten, casemanagementdiensten en opleidingsorganisaties, juristen, beleidsmedewerkers, adviseurs duurzame inzetbaarheid, etc. Ze berijden hun eigen stokpaardje, maar nergens las ik iets over het belang van de AVG voor de werknemers! Terwijl dat er natuurlijk wel is, als je ’t wil zien tenminste…

DE AVG VEROORZAAKTE HEVIGE JEUK, PIJNLIJKE LIKDOORNS EN CHRONISCHE HOOFDPIJN

Gelukkig zijn er werknemers, OR-leden, leidinggevenden en adviseurs die de AVG met een open frisse blik bekijken. Als je samen met hen het gebied gaat verkennen, krijg je eye-openers, kun je nieuwe conclusies trekken, zie je waar er in werkprocessen aanpassingen doorgevoerd kunnen worden en constateer je samen dat je ook blij kunt zijn met de AVG!

Doktertje spelen

“Griep” is de meest gestelde diagnose als we het overlaten aan de werknemers en hun leidinggevenden. Bij navraag bleek dat deze leken amper kennis hebben van het influenzavirus. De bedrijfsarts wees ons erop dat er slechts bij hoge uitzondering sprake is van de juiste diagnose “griep”.

Met dit eenvoudige voorbeeld werd duidelijk dat als werknemer en leidinggevenden of casemanagers over de diagnoses praten, dat ze dan ‘doktertje spelen’ maar geen deskundige zijn. Als ze dan de diagnose gaan registreren in het verzuimsysteem, ontstaan er naast veel schrijf- en interpretatiefouten ook privacyschendingen. Dat getuig niet van respect.

Als werknemer mag je wel blij worden van de privacywet of de AVG. Zelf werd ik me bewust dat mijn vroegere leidinggevenden in de loop der jaren heel wat gegevens van mij hebben vastgelegd die ze waarschijnlijk niet nodig hadden. Een van die leidinggevenden had ook nog de neiging om mij steeds homeopathisch verdunde adviezen te geven over voeding, medicatie of behandelingen. Dat zal hopelijk snel afnemen met dank aan de AVG.

Om dit soort privacyschendingen te tackelen, kun je de leidinggevenden vragen of ze vinden dat ze hun werk ook moeten kunnen doen als een werknemer hen liever geen medische informatie verstrekt. Omdat hun antwoord daarop unaniem “ja” zal zijn, kun je samen concluderen dat leidinggevenden in principe altijd in staat moeten zijn om hun werk te doen zonder over medische gegevens te beschikken.

Vanaf dat moment staan ze ervoor open om op een andere manier te communiceren met hun minder inzetbare werknemers. Dat scheelt de leidinggevende per saldo nogal wat tijd! En leidinggevenden kunnen ervaren hoe vaak ze ongemerkt in hun notities toch medicaliseren door de ‘Privacypoetser’ te gebruiken, waarmee hij zijn tekst kan laten controleren op het gebruik van medische begrippen.

Werkgevers- of werknemerssysteem?

Wat opvalt, is dat de AVG vooral toeziet op de vastlegging van gegevens en ook op het eigenaarschap ervan. Daarvan afgeleid heeft de AVG ook betrekking op het beheer van de gegevens.

Maar als er gegevens van werknemers in het geding zijn, wie beheert dan de gegevens en wie bepaalt of ze kunnen worden meegenomen of verwijderd? Dat zou toch niet de werkgever maar de werknemer moeten zijn!

Employee selfservice is een voor de hand liggende oplossing waarbij de werknemer de verantwoordelijkheid voor zijn gegevens terugkrijgt. Kunnen we anno 2019 alsjeblieft stoppen met de werknemer te behandelen als een kind dat niet zelf verantwoordelijk kan zijn voor zijn gegevens!

De traditionele verzuimsystemen gaan ervan uit dat de werkgever de werknemersgegevens beheert. Dat was vroeger misschien de handigste manier, maar tegenwoordig niet nodig. Laten we dan stoppen met die patronale bescherming, dan kan de werknemer ook zijn verantwoordelijkheid pakken.

KUNNEN WE ALSJEBLIEFT STOPPEN MET DE WERKNEMER TE BEHANDELEN ALS EEN KIND!

Het is dus tijd voor een informatiesysteem voor en van de werknemer. Daarin maakt hij zijn eigen analyse, plannen, houdt hij de voortgang bij, legt zijn privacygevoelige gegevens vast, etc. Van daaruit kan de werknemer bepaalde informatie openstellen voor of doorgeven aan de werkgever, de bedrijfsarts, de casemanager, de collega’s. Andere gegevens – bijvoorbeeld medisch van aard – dus niet.

Zo kan de werknemer naast eigenaar ook beheerder worden van zijn gegevens. Het Werknemers-Inzetbaarheidssysteem is geboren, de AVG heeft geholpen met de kunstmatige conceptie. De eerste systeemontwikkelaars zijn als echte bakers bezig om de pasgeborene verder te ontwikkelen in samenwerking met de werknemers en werkgever.

Privacy by re-design

In de AVG worden een belangrijke tip gegeven: privacy by design en privacy by default(AVG art. 25). Dat houdt kort gezegd in dat je bij het ontwerpen van systemen vanzelfsprekend rekening houdt met de privacyregels en dat de standaardinstellingen altijd zo privacy-vriendelijk mogelijk zijn.

Dat kan dus ook als je systemen gaat her-ontwerpen. In plaats van te kijken hoe je de AVG zouden moeten implementeren in de structuur van onze bestaande systemen, kun je de structuur van de systemen en procedures gaan onderzoeken. Dat bied je de ruimte om opnieuw te kijken naar de onderwerpen verzuim, ziekte, re-integratie en (verminderde) inzetbaarheid in relatie tot de privacy van medische gegevens.

In de werkafspraken die in het bedrijfsreglement staan, kun je erop attenderen dat je ervan uitgaat dat de minder inzetbare werknemer – in het geval hij dat kan – zelf nadenkt over de probleemoplossing en een plan bedenkt. En dat het niet de bedoeling is dat de organisatie medische gegevens van hem ontvangt.

Persoonlijk houd ik wel van privacy by design, vooral als het een strak Scandinavisch design is zonder tierelantijntjes. Geen gegevenselement teveel in de informatiesystemen van de werkgever, dat geeft rust!

Het belangrijkste voorop: het werk!

De AVG zet aan tot nadenken om het klassieke ziekteverzuimreglement te her-ontwerpen. Het klassieke verzuimreglement met zijn procedures en formulieren is in de kern een overerving uit de tijd dat Nederland nog bedrijfsverenigingen had zoals het GAK, Detam, BVG en USZO.

Deze verenigingen voerden diverse wettelijke verzekeringen uit zoals de Ziektewet en WAO. De processen en de gegevensverwerking waren belegd bij de bedrijfsvereniging die aan het werk ging als er een ziekmelding binnenkwam. De werkgever bleef zich bezighouden met het werk zelf.

DOOR DE ‘ZIEKMELDING’ WORDT DE AANDACHT VAN DE WERKGEVER VERLEGT VAN HET WERK NAAR DE ZIEKTE

Sinds 1994 is de werkgever samen met de arbodienst op het toneel gekomen. Zij slaan de handen ineen om hetzelfde proces nu zelf uit te voeren.

Maar door de ‘ziekmelding’ wordt de aandacht van de werkgever nu verlegt van het werk naar de ziekte.

Al 25 jaar wordt op deze manier gewerkt, waarbij de werkgever vaak een eigen verzuiminformatiesysteem gebruikt voor het vastleggen van de werknemergegevens en de procesbewaking.

Door alles weer opnieuw te bedenken, kun je ook weer het belangrijkste vooropplaatsen in het proces: dat is het werk en daarna komt pas de wet en de ziekte. Zodoende kun je aan een minder inzetbare werknemer vragen om eerst te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor zijn eigen werk, de klant, de collega’s en de organisatie. En daarna om na te denken over oplossingen en daarvoor zelf een eerste plan te bedenken. Dit is ook precies de manier waarop de meeste werknemers omgaan met de gevolgen voor de ‘werkzaamheden’ hun privé-omgeving. Dat illustreert dit voorbeeld.

Als Jeroen plotseling minder inzetbaar is geworden denkt hij – vanuit het belang van zijn gezin – eerst na over zijn ‘thuis’ werk: de zorg voor de kinderen die hun ontbijt moeten hebben en die hij naar school moet brengen. Dat kan ik vandaag niet doen, welke gevolgen heeft dat en hoe los ik dat op? schiet door zijn hoofd. Jeroen denkt na welke collega-ouder hij kan vragen om dit ‘werk’ te doen. En dat hij de school moet informeren dat iemand anders die middag de kinderen komt ophalen. Ook gaat hij na of hij ‘s middags op (aan)gepaste wijze zijn vaderrol wel kan vervullen en de kinderen kan voeden, opvoeden, etc. Ondertussen gooit hij in de tennisgroepsapp een berichtje dat hij voor die avond moet afzeggen en vraagt wie hem kan vervangen. Iets voor negenen belt Jeroen zijn leidinggevende om zich ziek te melden. Net op tijd volgens het ziekteverzuimreglement. Zijn leidinggevende toont begrip en wenst Jeroen veel sterkte en besluit met “en goed uitzieken!”.

Net zoals thuis

Zo normaal als je thuis met de nieuwe situatie omgaat, zo normaal kunnen we ook het proces van verminderde inzetbaarheid vormgeven.

Jeroen had waarschijnlijk ook voor zijn werk eerst kunnen nadenken over de gevolgen van zijn afwezigheid, hoe lang zijn verminderde inzetbaarheid zou gaan duren, hoe hij de klanten ervan op de hoogte kon stellen, welke collega’s hij had kunnen vragen om zijn werk over te nemen, welke andere taken hij nog wel zou kunnen doen om vervolgens dit plan te bespreken met zijn leidinggevende. Daarna had hij ziekteverlof kunnen aanvragen.

Her-ontwerpen van een oud proces kan soms kinderlijk eenvoudig zijn. Beginnen bij het werk en pas dan de wet, net zoals thuis.

De AVG kan er dus voor zorgen dat de OR en de werkgever opnieuw gaan kijken naar de afspraken als de werknemer minder inzetbaar is of wordt. Als ze het oude ziekteverzuimreglement erbij pakken, komt daar wel wat stof van af! En sommige onderwerpen lijken wel medicaliserend by default! Er worden nog standaardvragen gesteld die nu ten strengste verboden zijn zoals “wat mankeer je?”, “is er sprake van ziekte als gevolg van zwangerschap?” (in verband met een vangnetuitkering), “wat kun je niet?” (medische beperkingen), etc.

HER-ONTWERPEN VAN EEN OUD PROCES KAN SOMS KINDERLIJK EENVOUDIG ZIJN

Werkgever en de OR kunnen overeenkomen dat er voor de werknemer een algemeen toepasbaar inzetbaarheidsprotocol wordt gemaakt waarin staat dat de minder inzetbare werknemer eerst gaat nadenken over de gevolgen van zijn verminderde inzetbaarheid voor de klant, de collega en het werk dat blijft liggen. Voor de oplossingen maakt hij daarna een plan dat hij bespreekt met de leidinggevende.

Maar als de werknemer niet werkt, dan geldt wel de hoofdregel in het arbeidsrecht “geen arbeid, geen loon” (BW 7:627). Hoe komt de werknemer dan toch aan zijn inkomen?

Privacyschending door de werknemer

Dexis - persoonsgegevensAls het werk volgens het inzetbaarheidsprotocol is gedaan, kan de werknemer besluiten om aanspraak te maken op een van de vele (boven)wettelijke regelingen voor arbeidsverzuim, eventueel met loondoorbetaling. Maar daarvoor moet hij wel zijn privacy schenden! Iedere regeling heeft ten slotte te maken met een oorzaak die in het privédomein van de werknemer ligt. Denk aan geboorte of adoptie van een kind, huwelijk, overlijden, mantelzorgtaken, vakantie, verhuizing of ziekte van de werknemer zelf.

Het verkrijgen van dat recht moet de werknemer betalen met zijn privacy. Aansluitend op het algemeen inzetbaarheidsprotocol kan voor iedere specifieke verlofsoort een protocol worden gemaakt waar de werknemer een beroep op kan doen als hij daardoor minder inzetbaar is.

Iedere verlofsoort kent andere voorwaarden met andere uitvoeringsregels en leidt tot andere financiële gevolgen.

Als ziekte van de werknemer de oorzaak is van verminderde inzetbaarheid, gebruikt de werknemer dus het werknemersprotocol ziekteverlof dat goed aansluit bij het leidinggevendenprotocol ziekteverlof. Zo leest iedere actor in zijn eigen protocol wat van hem wordt verwacht.

AVG: Een onherstelbare verbetering

Het was even een wake-up call toen er vorig jaar zoveel heisa ontstond rondom de invoering van de AVG. Maar het heeft ons daadwerkelijk wakker geschud en doen realiseren dat het geen kwestie van een quick-fix zou moeten zijn.

Zoals vaak is een opgelegde verandering van ons gedrag aanleiding tot wrijving, woede, afwijzing, diskwalificatie, ontkenning of ontzetting. Dat lazen en hoorden we vaak om ons heen. Door juist open en nieuwsgierig naar de AVG te kijken, kun je je blinde vlekken ontdekken en zie je nieuwe realiteit opdoemen.

Per saldo brengt de AVG ons meer goeds dan slechts. Het kost wat inspanning, tijd en geld maar de opbrengst mag er dan ook zijn. We zijn weer een stap verder in de boeiende wereld van sociale zekerheid en de werknemer kan het eigenaarschap van zijn inzetbaarheid verder tot bloei laten komen.

De AVG heeft ons veel opgeleverd zoals:

  1. Duidelijk bepalen wie de eigenaar van de gegevens is.
  2. Bewust worden op welk gebied we geen kennis van zaken hebben, ervaringsdeskundigen zijn vaak niet deskundigen.
  3. Respectvol communiceren met zieke werknemers door te demedicaliseren.
  4. Geen schrijffouten en verkeerde interpretatie van medische informatie met de https://www.privacypoetser.nl
  5. Werknemers die hun medische privacy niet onnodig schenden.
  6. Bewustwording dat werknemers betalen met hun privacy als ze een beroep doen op een wettelijke regeling of de CAO.
  7. Inzetbaarheid voor het werk gaat vóór op het beroep doen op de wet.
  8. Inzien van het belang van een inzetbaarheidsprotocol naast een ziekteverlofprotocol.
  9. Werknemers die meer oplossingsgericht gaan nadenken en minder medisch.
  10. Het recht hebben om gegevens mee te nemen (dataportabiliteit).
  11. Werknemers hebben het recht om vergeten te worden door gegevens te laten verwijderen.
  12. Het belang van een werknemers-inzetbaarheidssysteem.
  13. Betere communicatie (vraagstelling) met de bedrijfsarts.
  14. Leidinggevenden die tijd overhouden.
  15. Nieuwe doelstellingen: 0 datalekken, 0 medische informatie in werkgeversdossiers.

Ik ben een optimist en stiekem ben ik de AP dankbaar dat ze dit soort geboden en verboden hebben uitgevaardigd. Het zal ons aanzetten om over onze heilige huisjes en verouderde veronderstellingen te gaan nadenken. En ook dat het onderwerp privacy als een vanzelfsprekendheid wordt gezien bij het her-ontwerpen en uitvoeren van beleid, en het maken van nieuwe protocollen en moderne systemen.

Privacy by design, dat is evident!

Herman Evers, Directeur van Evident bv ontwerpbureau voor sociale zekerheid, bedenker van de Sociaal Accountant®.

© BG magazine

Heeft u de bescherming van persoonsgegevens op uw website goed geregeld?

 

 

 

 

Dramadriehoek activeren door Gaston Dollevoet en Herman Evers

Pas op voor de dramadriehoek bij activeren!

Onlangs schreef ik een artikel voor bgmagazine.nl

Veel leidinggevenden beschikken over onvoldoende leiderschapsgedrag

Op 13 februari jl. verscheen in BG magazine een interessant artikel van Acture, inclusief een voorstel voor een oplossing voor het vraagstuk dat teveel werknemers met psychische klachten langdurig thuis zitten. Specialist private uitvoering van sociale zekerheid in Nederland Acture vat de conclusie van haar analyse in één zin samen: “Het ontbreekt aan goede activering. Leidinggevenden vinden het moeilijk om deze werknemers weer aan het werk te krijgen en te begeleiden”.

Vervolgens komt Acture met de oplossing om de bedrijfsarts een meer actieve rol toe te bedelen via een werkwijze in een driehoek van deskundigen: de bedrijfsarts, de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige.

Ik kan de poging van Acture waarderen om met suggesties voor dit probleem te komen. Want, zoals het professionals betaamt, hebben zij goed onderzoek gedaan en presenteren zij hun voorstel. Dit in tegenstelling tot vele anderen in dit domein die maar wat roeptoeteren.

Omdat we naar mijn idee te maken hebben met een wicked problem, lijkt mij de conclusie én het voorstel van Acture toch wat kort door de bocht. Ik zou graag enkele lagen willen onderscheiden in dit ongestructureerde probleem dat moeilijk oplosbaar lijkt door onvolledige, tegenstrijdige en veranderende voorwaarden. Want voor we het weten, belanden we met z’n allen in wat de dramadriehoek heet: verzekeraars en uitvoeringsinstellingen vormen de aanklagers (zij zien namelijk de schadelast), leidinggevenden voelen zich slachtoffer (zij ervaren onmacht), terwijl de drie deskundigen leidinggevenden denken te redden zonder dat dit leidt tot duurzaam activeringsgedrag van deze leidinggevenden en hun werknemers.

VEEL LEIDINGGEVENDEN BESCHIKKEN OVER ONVOLDOENDE LEIDERSCHAPSGEDRAG”

Wat ik allereerst lastig vind te begrijpen en waarover ik van Acture – of anderen – graag meer onderbouwing zou willen zien, zijn twee zaken. Allereerst de voorgestelde oplossing dat medicalisering door een veel actievere rol van de bedrijfsarts gaat leiden tot een effectievere activering bij psychische klachten. Ik heb daarover mijn twijfels. Waar ik in meega, is dat veel van de huidige leidinggevenden beschikken over onvoldoende leiderschapsgedrag. Zij zijn geen leiders in de vorm van voordoen en voorleven van gewenst gedrag. Leidinggeven is een vak waarvoor je talent en competenties moet demonstreren.

Tegelijkertijd mis ik bij veel organisaties een heldere visie op leiderschap als ook het doorvertalen van deze visie in een contractering met nieuwe leidinggevenden, die zich op hun beurt ook blijven ontwikkelen in hun leiderschap. Met andere woorden, hoe ziet het werken aan inzetbaarheid eruit voor leidinggevenden? Is dat vooral kennisontwikkeling, vooral vaardigheidsontwikkeling, of misschien zelfs geen van beiden?

Leidinggevenden hebben als opdracht mensen te voorzien van werk dat past bij hun werkvermogen, ook als ze maar deels inzetbaar zijn of weer moeten worden. Dit is bij uitstek de kerntaak voor leidinggevenden, niét van adviseurs. Leidinggevenden zijn immers werk-gevers en zo worden zij ook gezien door de wetgever. Die legt deze verantwoordelijkheid uitdrukkelijk bij de werkgever en niet bij bijvoorbeeld medisch deskundigen. Dat kan ook niet, omdat er een juridische arbeidsrelatie is aangegaan tussen werkgever en werknemer.

VOOR JE HET WEET ZIT JE IN EEN DRAMADRIEHOEK VAN DESKUNDIGEN…

Het vak van bedrijfsarts bestaat volgens geen enkele richtlijn uit casemanagement, maar juist uit het duiden van mogelijkheden en beperkingen voor het verrichten van arbeid, rekening houdend met belastbaarheid van de werknemer, etc.

Voor je het weet, leidt de door Acture gesuggereerde driehoek van deskundigen een tot dramadriehoek. Een driehoek waarbinnen het medisch vraagstuk centraal komt te staan in plaats van dat de verantwoordelijke werknemer, samen met zijn medeverantwoordelijke werkgever, werkt aan het vraagstuk ‘werk’. Activeren moet inderdaad, zeker en graag nog veel meer dan nu het geval is.

Ik zie vanuit mijn eigen ervaring en onderzoek de volgende twee hardnekkige belemmeringen voor activeren in de praktijk:

Belemmering 1
Leidinggevenden realiseren zich onvoldoende dat hun leiderschap het grootste effect heeft op het gedrag van hun werknemers, ook als zij tijdelijk niet of minder inzetbaar zijn. Wanneer je als leidinggevende een re-integrerende werknemer niet 100 procent aandacht geeft, krijg je vergelijkbaar gedrag terug van deze werknemer. Om die reden alleen al is oprechte en voortdurende aandacht en activering door de leidinggevende nodig.

Belemmering 2
Een tweede aspect dat hiermee samenhangt, is het gebruik van taal. De overtuiging “taal stuurt gedrag” helpt ons hier. In hoeveel verzuimprotocollen, instructies, maar ook gesproken taal, horen we niet over “ziekmeldingen”, “(psychische) klachten”, “arbeidstherapie”, etc.?

We blijven maar oude begrippen gebruiken voor het benaderen van een nieuw probleem dat nu veel meer gelaagdheid kent dan in de jaren negentig, de tijd waarin we nog geen loondoorbetalingsverplichting kenden voor de werkgevers en het GAK de regie voerde over uitvoering van de Ziektewet. Door verandering van de spelregels, spelers en speelveld staat niet meer zozeer centraal wat de oorzaak van het probleem van de werknemer is, maar vooral de wijze waarop hij wil en kan omgaan met zijn situatie voor alle belanghebbenden om hem heen.

Om uit dat ‘verkeerde’ gesprek te blijven, is mijn voorstel om bij leveringsproblemen voortaan consequent te spreken over verminderde inzetbaarheid, ook bij dreigende uitval. Dus wanneer een werknemer met psychische klachten inschat niet zijn volledig eigen werk te kunnen doen, kan hij als het ware een verzoek doen om aangepast werk. Zo ‘installeren’ we met behulp van taal direct dat de behoefte aan aanpassing van werk centraal komt te staan in plaats van de psychische klachten. Ook hier gaat een activering vanuit.

ER ZAL EEN KUNSTMATIGE HARMONIE ONTSTAAN WAARIN ‘LEVERINGSPROBLEMEN’ VAN MEDEWERKERS ONDER HET TAPIJT WORDEN GEVEEGD

Ten tweede – en dat lijkt mij nog veel belangrijker en ik lees er niets over – is wat er allemaal níet, of in ieder geval niet effectief, gebeurt vóórdat de werknemer niet meer (volledig) inzetbaar is als gevolg van psychische klachten. Mijn hypothese is dat je veel ellende kunt voorkomen als werkgever en werknemer vanaf aanvang dienstverband veel nadrukkelijker dan doorgaans gebeurt, met elkaar onderzoeken in hoeverre elkaars werkwaarden of kernwaarden écht bij elkaar passen. Dit kun je doen door vanuit een arbeids- en inzetbaarheidsovereenkomst ijkpunten te definiëren voor een gezonde en vitale samenwerking. Een samenwerking die als doel nastreeft klanten te voorzien van een product of dienst waarom zij hebben gevraagd en waarvoor ze betalen.

In dit samenwerkingsproces geeft de werknemer aan waarvoor hij zich verantwoordelijk voelt en waarnaar hij zich wil gedragen als het gaat om het onderhouden en ontwikkelen van zijn inzetbaarheid. De werkgever geeft aan welke verantwoordelijkheid hij neemt om te zorgen voor veilig en gezond werk waarin de werknemer kan floreren.

Zo’n overeenkomst kent dus naast een juridisch contract (uren, salaris, vakantiedagen, pensioen, etc.) ook een ‘sociaal contract’. Ontbreekt dit onderdeel namelijk en beiden zien en spreken elkaar vervolgens niet voldoende om signalen op te pikken en bespreekbaar te maken rondom inzetbaar zijn, dan volgen de consequenties vaak vanzelf. Er zal een kunstmatige harmonie ontstaan, waarin ‘leveringsproblemen’ van medewerkers onder het tapijt worden geveegd en het echte gesprek niet wordt gevoerd. En plots gaat dan het licht uit bij de werknemer met uitval tot gevolg.

DE MEESTE MENSEN KOMEN HUN BED UIT VOOR DE SOCIALE COMPONENT VAN WERKEN

Ook hier appelleer ik weer aan leiderschap. Ziet de leidinggevende op tijd de veranderingen in gedrag én intervenieert hij dan als de werknemer zichzelf niet meldt?

In de arbeidsovereenkomst regelen we netjes de juridische voorwaarden om arbeid te kunnen leveren. Maar de meeste mensen komen hun bed uit voor de sociale component van werken: betekenisgeving, bijdragen aan iets waardevols, ertoe doen. Daarover lezen we niets. Ik vind het eigenlijk ook best raar dat we ook hier blijven werken met een gedateerd format. Activeren begint namelijk al bij de start van de samenwerking en niet pas als er iets aan de hand is.

Drs. Gaston Dollevoet is partner bij DEXIS Arbeid.

De afgelopen periode heb ik bij enkele organisaties geëxperimenteerd met een nieuwe vorm van contracteren met behulp van een arbeids- en inzetbaarheidsovereenkomst. Wat we dan zien, is dat werknemers en leidinggevenden opbloeien, omdat zij worden gezien in al hun talenten en prima in staat blijken om zelf aan te geven hoe zij aan hun inzetbaarheid willen blijven werken.

Door de sociale relatie op te nemen in de samenwerkingsovereenkomst en vervolgens periodiek te evalueren of dit nog in balans is, zijn werkgever en werknemer elkaar volop aan het activeren, maar dan wel aan de voorkant met veel minder psychisch verzuim aan de achterkant. Zo hebben we medicalisering als gevolg van de dramadriehoek weten te voorkomen.

In een aparte artikel voor BG magazine zal ik binnenkort uitgebreider uiteenzetten hoe zo’n arbeids- en inzetbaarheidsovereenkomst is opgebouwd en waarom ik er vurig in geloof dat dit een bruikbaar model voor de toekomst gaat zijn.

Drs. Gaston Dollevoet is partner bij DEXIS Arbeid. Hij is kerndocent bij Avans+ en auteur van meerdere boeken over duurzame inzetbaarheid en verzuimaanpak. Afgelopen jaar heeft hij met Herman Evers het boek ‘Inzetbaarheid als service!‘ uitgebracht. Ook hierin worden nut en noodzaak van een arbeids- en inzetbaarheidsovereenkomst als basis voor duurzaam organiseren besproken.